jeugdcriminaliteit in het Verenigd Koninkrijk: cijfers


Statistische gegevens worden sterk beïnvloed door maatregelen die worden genomen, door veranderingen in de wetgeving en door beleidsprioriteiten. Ook is er een tendens om van  informele afhandeling (bijv. van agressie op scholen) over te gaan naar formele afhandeling, via justitiële kanalen; dit wil zeggen dat men in plaats van het onder elkaar op te lossen, men aangifte doet bij de politie.

Er is nu voor sommige delicten of asociale gedragingen meer bewustzijn onder het publiek, bijv. over pesten op school.


Er is ook een sterke relatie tussen gestoord zijn en gestoord worden: veel gedragsgestoorde kinderen komen uit gestoorde gezinnen waar ze werden mishandeld of verwaarloosd..


Enkele belangrijke recente statistische gegevens (officiële rapporten uit 2004):


25% van de gearresteerde criminelen is jonger dan 18 jaar.


Ongeveer 5% van de 10 tot 17-jarigen komt per jaar in contact met justitie wegens arrestatie voor een delict: 23% voor verkeersdelicten, 16,9% voor diefstal en helen, 14,1% voor geweld tegen personen.


83,5% is man, 16,5% is vrouw.


3/4 is tussen 15 en 17jaar oud


84% is blank


De media besteden veel aandacht aan ernstige delicten gepleegd door minderjarigen Maar tussen 1992 en 2002 was er een daling in de jeugdcriminaliteit van 36% (in enige mate veroorzaakt door minder kans op arrestatie: van 29% naar 23%).


9 op 10 minderjarigen in detentie zijn mannelijk (96,7%)


Aantal minderjarigen in detentie is gestegen van 4109 jongens in 1993 tot 6886 in 2003 (dus ondanks de daling; die stijging vond plaats na de Bulgur-affaire waarbi de media extreem veel aandacht schonken aan de daders van 10 en 11 jaar oud).


80% van de 14-17 jarigen in jeugdgevangenis wordt binnen  twee jaar opnieuw veroordeeld.


SELF-REPORT onderzoek: 50% van de minderjarigen geeft toe ten minste een delict gepleegd te hebben. De piek ligt op 19 jaar voor jongens en op 15 jaar voor meisjes. Maar meestal gaat het om kleine delicten.


26% geeft toe het afgelopen jaar een delict gepleegd te hebben, 8% geeft toe bepaalde delicten 6 keer of meer gepleegd te hebben; 2% zegt minstens zes keer een min of meer ernstig delict  gepleegd te hebben.


Volgens self-report onderzoek is er minder criminaliteit bij meisjes: 20% tegenover 31% van de jongens die toe geeft het afgelopen jaar een delict gepleegd te hebben.


Maar de criminaliteit is wel hoog bij minderjarigen die niet in het gewone onderwijs zitten (58% van de meisjes en 65% van de jongens).


Het is ook hoger bij zwarten (37% tegenover 26% bij de blanke jongens en 20% bij Aziatische)


2% van de jongens en 1% van de meisjes neemt 50% van die delicten voor hun rekening.


Er is meer criminaliteit onder minderjarigen  die niet in het regeluliere onderwijs zitten (in speciale projecten of voorzieningen), ook ernstiger delicten (deze minderjarigen voelen zich veiliger, ondanks dat ze ook vaak slachtoffer zijn)


Plegers van delicten zijn ook vaker slachtoffer.


SLACHTOFFERONDERZOEK


26% van de ondervraagde minderjarigen zegt bedreigd te zijn geweest, 15% bestolen, 13% fysiek aangevallen

Deze percentages bij jongeren die niet op de gewone school zitten zijn respectievelijk: 33%, 19%  en 23%.


Meer jongens zijn slachtoffer (meisjes vooral slachtoffer van pesten)


LONGITUDINAAL ONDERZOEK (bijv. Edinburgh vanaf 1998 over 4469 12-jarigen en dit onderzoek loopt tot de onderzochte groep 30 jaar oud zal zijn):


Dit onderzoek toonde een verband aan tussen crimineel gedrag en impulsiviteit, gebrek aan ouderlijk toezicht, criminele vrienden, gebruik van alcohol en drugs, moral disengagement (= onvoldoende zelfcontrole en morele regels hebben soms minder kracht).


In dit onderzoek werd een lijst van 15 delicten aan de minderjarigen voorgelegd met de vraag welke delict ze al eens gepleegd hadden. Het gemiddelde aantal voor de cohort was  8,29 (jongens 10,77 en meisjes 5,79). Er waren sterke verschillen al naargelang van de gezinsomstandigheden (meer bij kinderen in de zorgsector: 13,28), bij alleenstaande vaders: 13,28) en bij ongeschoolde en bij werkloze ouders (resp. 13,15 en 11,25).


TERUG NAAR OVERZICHT


HOME