wat weerhoudt  jongeren van probleemgedrag?

In het contact met de jongere zal de hulpverlener uiteraard en noodgedwongen eerst en vooral aandacht besteden aan de vitale behoeften: huisvesting, voeding en een minimum aan inkomen. Dat kan enorm veel tijd en energie kosten, zodat er weinig overblijft voor gedragsverandering en andere therapeutische doelen. Het gevolg hiervan is dat de hulpverlening zeker zal mislukken! In de mate dat wij het zelf voor de jongere oplossen, zal hij niet leren het zelf op te lossen. Zodra de hulpverlener minder intensief bezig is met deze jongere, hervalt hij snel in zijn oude leefgewoonten .

Natuurlijk moet eerst zorg gedragen worden voor het levensnoodzakelijke, maar een professioneel hulpverlener zal vanaf het eerste contact planmatig werken aan realistische gedragsveranderingen bij de jongere.

Met planmatig werken wordt hier bedoeld dat gewerkt wordt aan factoren of invloeden die de jongere zullen weerhouden opnieuw delicten te plegen. Ook hier is heel veel onderzoek over gedaan. Hieronder volgt een lijst van protectieve factoren die een goede leidraad is voor het opstellen van de behandelingsdoelen. Maar eerst nog even het volgende: die jongeren hebben meestal een voorgeschiedenis met veel ellende. Van kleins af groeiden zij op in een risicovolle omgeving. Welke risicofactoren samengaan met toekomstig delinquent gedrag is door onderzoekers eindeloos onderzocht. De bekendste zijn: 

Behoren tot de lagere sociale klasse, al op jonge leeftijd eerste delicten gepleegd, gebrekkige opvoedingsvaardigheden ouders, lage opleiding moeder, mishandeling en verwaarlozing, geplaatst in het speciaal onderwijs, een voorgeschiedenis van gedragsproblemen.

Betekent dit nu dat we de interventies moeten richten op deze risicofactoren? Sommige risicofactoren zoals de lage sociale klasse en het opleidingsniveau van de moeder zijn niet te veranderen. Andere vereisen gezinsinterventies in een zeer vroeg stadium. Daarom is preventie zeer belangrijk, maar bij jongeren die al delinquent zijn moeten we ook kijken naar factoren die hen kunnen weerhouden van crimineel gedrag. De meeste kinderen die in een omgeving wonen met veel risico’s, die bijvoorbeeld opgroeien in een achterstandswijk met veel criminaliteit, plegen geen delicten. Zij hebben bepaalde eigenschappen die hen weerhouden crimineel te worden. 

In de tekst over effectieve hulpverlening gaven we aan dat de behandeling multicomponent en multitargeted moet zijn (veel doelen terzelfder tijd nastreven en gebruik maken van verschillende behandelingsmethoden). De onderstaande lijst maakt duidelijk wat hiermee wordt bedoeld: bij al de genoemde punten moeten we nagaan hoe dit kan worden gestimuleerd om de jongere van afwijkend gedrag af te leiden.

Bij de positieve eigenschappen of protectieve factoren onderscheiden we externe invloeden (kenmerken van de omgeving) en interne invloeden (persoonlijkheidskenmerken van de jongere zelf):

1. externe invloeden (positieve ervaringen met personen en instellingen, zoals positieve relaties met volwassenen, ondersteuning binnen het gezin, zorgzaam optreden vanuit de school en de buurt)

ONDERSTEUNING / EMPOWERMENT/ GRENZEN EN VERWACHTINGEN/ CONSTRUCTIEVE VRIJETIJDSBESTEDING

ad. 1 ondersteuning

- veel liefde en ondersteuning in het gezin

- positieve communicatie met de ouders, de jongere vraagt zijn ouders om advies

- ondersteuning door drie of meer andere volwassenen

- de buren zijn zorgzaam

- de ouders zijn betrokken op de school, stimuleren hun kind om het goed te doen op school

ad. 2 empowerment

- in de buurt worden jongeren gewaardeerd

- jongeren krijgen nuttige taken in de samenleving

- de jongeren doen per week 1 uur of meer sociale dienstverlening

- de jongere voelt zich veilig thuis, op school en in de buurt

ad.3 grenzen en verwachtingen

- in het gezin zijn er duidelijke regels die consequent worden toegepast en de ouders weten waar de jongere zich bevindt

- op school zijn er duidelijke regels en overtredingen worden consequent aangepakt

- in de buurt voelen de mensen zich verantwoordelijk voor het gedrag van de jongere

- de ouders en andere volwassenen zijn positieve rolmodellen

- de vrienden van de jongere gedragen zich verantwoordelijk

- ouders en leerkrachten hebben positieve verwachtingen over de jongere

ad.4 constructief gebruik van vrije tijd

- de jongeren is drie uur of meer per week bezig met creatieve activiteiten (dans, toneel,..)

- de jongere is minstens drie uur per week actief in sportclubs of verenigingen

- de jongere neemt minstens 1 uur per week deel aan activiteiten in de kerk of de moskee

- de jongere is een redelijke tijd thuis of hij gaat slechts 2 keer per week uit


2. Interne invloeden (integriteit, eerlijkheid, kunnen plannen en beslissingen nemen, zijn huiswerk maken.)

BETROKKENHEID OP OPLEIDING / POSITIEVE WAARDEN/ SOCIALE VAARDIGHEDEN/ POSITIEVE IDENTITEIT

ad. 1 Betrokkenheid op opleiding

- de jongere is gemotiveerd om het goed te doen op school

- de jongere spant zich in om te leren; hij is betrokken op school

- hij besteedt elke schooldag minstens 1 uur aan zijn huiswerk

- hij leest voor zijn plezier minstens 3 uur per week

ad.2 positieve waarden

- de jongere vindt zorg dragen voor andere mensen heel belangrijk

- hij wil dat iedereen gelijk wordt behandeld en dat armoede wordt aangepakt

- hij is integer, dit wil zeggen dat hij leeft volgens zijn principes

- hij is eerlijk en zegt ook de waarheid als dit niet makkelijk is

- hij aanvaardt en neemt zijn verantwoordelijkheid

- hij is slechts seksueel actief als hij een vaste relatie heeft 

- gebruikt geen alcohol of drugs

ad. 3 sociale vaardigheden

- de jongere kan plannen en beslissingen nemen

- hij is competent in zijn relaties met anderen: hij is empathisch, gevoelig en kan vriendschap sluiten

- hij kan goed opschieten met mensen uit andere culturen, met een andere religie, met mensen van een ander ras

- hij kan weerstand bieden aan negatieve invloeden van leeftijdgenoten

- hij kan conflicten oplossen zonder geweld te gebruiken

ad.4 positieve identiteit

- de jongere heeft het gevoel controle te hebben over wat gebeurt

- hij heeft een hoge zelfwaardering

- zijn leven heeft een doel

- hij is optimistisch over zijn toekomst

HOME