https://www.ministrando.org/sitemap.xml.gz

december 2018

zondag 2 december 2018

Een citaat van Levinas: „Recht blijft alleen gerechtigheid in een maatschappij waar geen verschil is tussen naasten en verwijderden, maar waar je ook om de meest nabije niet heen kunt; waar de gelijkheid van allen gedragen wordt door mijn ongelijkheid, door de overmaat van mijn verplichtingen boven mijn rechten. Jezelf vergeten houdt de gerechtigheid gaande”.

Vandaag een hierop toepasselijke tekst op mijn website gezet en via twitter verspreid: De opstand van de Gele Hesjes

maandag 3 december 2018 (update 22 december)

Het misdadig migratiebeleid van de EU

Dank zij de dictatuur van het politiek-correcte denken voert de EU een vrij dom beleid met betrekking tot migratie. Het is dom omdat steeds meer mensen worden toegelaten die onze normen en waarden niet delen, waaronder ook een groep die zich beslist niet wil integreren. Volgens experts zijn het vooral de jongeren die zich radicaliseren. Dit legt de basis voor een situatie in Europa die vergelijkbaar zal zijn met de huidige uitzichtloze situatie in het Midden-Oosten. Het is onvoorstelbaar dat de politici die nu de macht hebben, dit niet willen zien. Het is onvoorstelbaar dat wordt verdrongen dat miljoenen joden en christenen in de islamitische landen werden vervolgd, vermoord, gediscrimineerd, zodat de meesten uit die landen zijn gevlucht. Denk bijvoorbeeld aan Libanon, de miljoenen christenen die uit Turkije en Syrië zijn gevlucht  of tijdens de genocide werden vermoord of aan de 200.000 joden die uit Marokko werden verdreven. Bovendien is het vertrek van de joden en de christenen uit die landen een enorme aderlating geweest voor hun beschaving en hun voorspoed (*). Het is misdadig dat de politici die al jaren het beleid in Europa bepalen, de feiten niet onder ogen  willen zien.

Daar bovenop komt de stuurloosheid door een complexe bureaucratie waar men zijn eigen verantwoordelijkheid kan afschuiven op ’de anderen’, dus op niemand. Dit kunnen we zien als een voordeel, want hoe dommer het beleid, hoe sneller het komt tot escalatie en dus tot een oplossing. Net zoals de situatie in Calais al jaren aansleept, zien we in Brussel dezelfde krankzinnige situatie rondom illegalen. De bestuurders weten er geen raad mee. Het zijn net kleuters. De bevolking is er de dupe van. Terwijl de oplossing uiteraard voor de hand ligt.

Met lede ogen zien de politiek-correcte slappelingen aan dat de nationalisten en zelfs extreem-rechts vrijwel overal aan de winnende hand zijn. In de laatste regionale verkiezingen dook in Spanje een nationalistische partij uit het niets op en die partij kan een sleuterrol spelen om een meerderheid te vormen. Die partij profiteerde van de weerstand tegen de vele immigranten in die regio. Ook hier zien we hoe een dom links en politiek-correct beleid, de weg plaveit voor de opkomst van nationalisme. De politici zien dat natuurlijk wel, maar ze kunnen niet handelen. Hetzelfde zien we met Macron in Frankrijk: die man leeft gewoon in een andere wereld (van bankiers en de zogenaamde elite van ’Les Écoles’).

Ik probeer een alternatief te beschrijven dat niet uitloopt op een burgeroorlog. Dat is het doel van deze website en van mijn recente boeken. Maar zal het helpen?

(*) een kleine anekdote: reizigers die vóór de burgeroorlog in Syrië naar Damascus gingen, wisten al te goed dat hotels gerund door christenen de meest hygiënische en meest comfortabele waren.

dinsdag 4 december 2018

Tegen alle doemscenario’s in (economische spanningen, klimaatverandering, vervuiling, wapenwedloop, terrorisme, … ) moet Europa samen met de islamitische landen een nieuwe wereldmacht vormen die de ethiek in de politiek en de economie brengt. Dit is het hoofdthema van mijn boek: 

Het Europees-Islamitische Vriendschapsverdrag: De enige weg om de Apocalyps te voorkomen 

woensdag 5 december 2018

Vandaag een nieuwe tekst op mijn website geplaatst en vie Twitter verspreid (dit laatste heeft weinig zin, want slechts enkele tientallen bekijken die tweet en een handjevol klikt op de link😭; ik word nooit beroemd): Immigratie: het joodse goede voorbeeld

zaterdag 8 december 2018

Vandaag mijn brief aan de moslims op mijn website geplaatst en via twitter verspreid

maandag 10 december 2018

De maatregelen van Macron om de woede van de Gele Hesjes te matigen zijn slechts de laatste stuiptrekkingen van een ten dode opgeschreven politiek-economisch systeem. Hetzelfde geldt voor het geharrewar rondom Brexit.

UIt veel van mijn teksten blijkt wat de echte, en wellicht enige oplossing kan zijn: een mutatie van het politiek-economisch systeem. Een van de kernpunten is dat economische activiteiten niet meer bedoeld zijn voor zelfverrijking, maar voor het bestrijden van armoede en miserie. Een ethische economie dus en hetzelfde geldt voor de politiek.

dinsdag 11 december 2018

In het westers denken wordt spiritualiteit beperkt tot het bewustzijn, alsof het een product is van onze kennis. Er is echter een vorm van spiritualiteit die van buiten het Ik komt, met andere woorden: iets wat mij ’overkomt’. Bij dit proces speelt de Ander een essentiële rol: in de ontmoeting met de Ander, ervaar ik iets dat volstrekt buiten mij ligt en mij tot verantwoording roept. Zal ik beantwoorden aan het ethisch appel? Is dit appel niet het spoor van de Oneindige, die via de Ander tot mij spreekt?

Het is niet het Ik dat betekenis geeft aan de naaste, maar in mijn relatie tot de naaste ligt de betekenis, die er in is gelegd buiten mijn wil om, buiten mijn initiatief.  Met andere woorden: de  zin van mijn leven wordt bepaald door mijn verhouding tot de naaste. Ethisch gezien: stel ik mij dienstbaar voor de Ander op? Gedraag ik mij als verantwoordelijk voor de Ander? Concreet: is economie (als een vorm van in relatie staan tot anderen) bedoeld voor zelfverrijking, of om de armoede en de miserie uit de wereld te helpen? Dat maakt het verschil uit tussen egocentrische economie en ethische economie. Tussen hebzucht en naastenliefde. Dit is eveneens het verschil tussen materialisme en ware spiritualiteit. Bij materialisme zijn we gebonden aan de materie, dit wil zeggen dat we de slaaf zijn van de wereld en van onze wereldse, eindige behoeften. Bij spiritualiteit bevrijden we ons van de wereld doordat we in vrijheid kiezen voor wat buiten de wereld ligt (de geest van de verantwoordelijkheid; gehoor geven aan het appel om de naaste lief te hebben). In dit geval staan we open voor de Oneindige en geven we ons leven oneindige zin. Kiezen we voor sterfelijkheid of onsterfelijkheid: zo radicaal en tragisch is de keuze, maar velen verdringen deze keuze (wat de eigenlijke betekenis van ontkerkelijking is).

’Iets wat mij overkomt’: dit wil zeggen dat mijn bewustzijn meer bevat, dan wat ik zelf heb bedacht. In mijn bewustzijn ben ik ook ’aangedaan’ door wat buiten mij ligt. Ik ben als het ware ’bezeten’ door het Andere, door de exterioriteit. Levinas zegt hierover: Op de exterioriteit moeten we blijven hameren; zij is niet objectief of ruimtelijk; zij laat zich niet in de immanentie halen; de exterioriteit is meta-ontologisch. 

Openstaan voor de exterioriteit, dat is open staan voor het appel dat op mij afkomt, bevrijdt de mens uit de immanentie, dit is uit het vastgeankerd zijn aan de materialiteit. Een wereld gaat voor hem open: de wereld van zingeving. Dit is een vereiste om van deze eeuw de eeuw van de spiritualiteit te maken. Maar hoe en wanneer breekt dit inzicht door? Gaan we niet de weg op van de spiritualiteit, dan gaat de wereld ten onder wegens de strijd voor onze materiële behoeften. Een strijd die ondermeer door de demografische explosie in sommige delen van de wereld en door de klimaatverandering meedogenloos zal zijn.

Wat Einstein betekende voor de natuurwetenschap, betekent Levinas voor de filosofie. 

woensdag 12 december 2018 en donderdag 13 december 2018

Hoe definieer ik mijn ’ik’ en mijn ’mij’? Wie ben ’ik’? Dit is wat wordt bedoeld met mijn subjectiviteit. Subjectiviteit is meer dan bewustzijn of met andere woorden, wat ik over mijzelf weet is niet het volledige verhaal. Dit is onder andere te verklaren doordat ik niet uit mijzelf ben voortgekomen; ik ben niet diegene die mij heeft geschapen. Mijn ’ik’ is niet ontstaan uit mijn initiatief. Dat maakt mij rusteloos. Levinas zegt hierover: ’Het zichzelf rust niet in vrede onder zijn identiteit’. Ik heb mijn bestaan passief te ondergaan. Dit besef ontdoet het ik van zijn hoogmoed en zijn overheersende ik-zucht.

Dit besef komt het sterkst tot uiting als ik een ander ik ontmoet. Hier ontdek ik dat ik verantwoordelijk ben voor de Ander. De subjectiviteit wordt dan niet meer beperkt tot mijn bewuste ik, maar de Ander komt in mij als centrum van mijn ik: ik  ben er voor de Ander.

Het kenmerk van volwassenheid en menselijkheid is  zich ervan bewust te zijn dat mijn ik, mijn identiteit meer is dan wat ik zelf bepaal. Ik geef mijn vrijheid van imperialistisch subject prijs om er te zijn voor de Ander, ondanks mijzelf. Hoe meer ik ontdek dat ik verantwoordelijk ben, hoe rechtschapener ik ben. Hier is het psychisme het Andere in het Zelfde, want de Ander staat centraal in mijn ik: ik ben er voor de Ander. Dit soort vervoering zien we bijvoorbeeld als we hevig verliefd zijn: de Ander is constant in onze gedachten en ons leven is helemaal gericht op die Ander; voor de Ander hebben we dan alles over. Maar ethisch gezien gaat het niet om een voorbijgaande vervoering. Wat Levinas bedoelt is dat we de zin en de verantwoording van ons handelen zien in de gerichtheid op de Ander; dit betekent dat we de Ander belangrijker beschouwen dan onszelf. De behoeften van de Ander krijgen de hoogste prioriteit.

Dank zij de ethische grondhouding wordt de subjectiviteit de Ander in het Zelfde. De structuur van het Zelfde wordt doorbroken: ’Je est un autre’ ( ik ben een ander) zei Rimbaud.  

Levinas definieert het Ik op een heel eigen wijze: ’Het ik betekent: "Kijk, hier heb je mij”, instaand voor alles en iedereen. Als de mens zich zo als Ik gedraagt, komt er een einde aan alle onrecht en aan alle destructie van de planeet Aarde. Deze definitie van het Ik is ook de eigen betekenis van gelovig zijn, want het ’Kijk, hier heb je mij’ is gericht tot wat buiten het zijn staat, het transcendente, God. Het is gehoor geven aan het appel ons verantwoordelijk te gedragen ten aanzien van de ander en ten aanzien van de schepping als geheel. „Kijk. hier heb je mij” is gericht naar onze naasten: het is een individueel politiek en economisch programma dat de wereld menselijker kan maken.

(vandaag donderdag 13 december zou ik in Den Haag deelnemen aan een rondetafelgesprek over gender, georganiseerd door de SGP in de Tweede Kamer. Aangezien ik niet weet of mijn reiskosten vergoed zouden worden, heb ik mij ziek gemeld. Ik ben het zat om in Nederland telkens voor mijn onkosten zelf te moeten opdraaien. Het ligt niet in mijn aard om het zelf te vragen).

vrijdag 14 december 2018

Wat waren de oorzaken van de ondergang van het Romeinse Rijk:

- de toenemende ongelijkheid tussen de sociale klassen

- de politieke leiders die niet in staat waren of niet geneigd waren om daar iets aan te doen

-  de vijanden van het Rijk waren weliswaar verslagen, maar het Romeinse Rijk zelf was verdeeld

- de hebzucht en armen die armer worden dan hun ouders

- politici die de politieke normen niet respecteren en burgers die hen daarvoor niet straffen.

Dit lijkt op wat er nu in het Westen gaande is.

Gisteren via twitter verspreid 

Bron: Watts, E. (2018). Mortal Republic: How Rome fell into tyranny. Basic Books.

tweets van  vandaag: "France needs an old wise man, such as De Gaulle and not a toddler like Macron”; "La France a besoin d'un homme sage comme De Gaulle, au lieu d'un enfant comme Macron” en „Voor al wie de onverenigbaarheid van de islam met de Europese beschaving niet ziet: „L'oeil ne voit que ce que l'esprit est prêt à comprendre” ( Het oog ziet slechts wat het kan begrijpen) Henri Bergson 1859-1941 "

Een inzicht dat mij het meest verontrust is dat mensen niet kunnen en niet willen zien wat niet past binnen de denkschema’s binnen hun geest. Bergson (1859-1941) zei het al eerder: „L'oeil ne voit que ce que l'esprit est prêt à comprendre” ( Het oog ziet slechts wat het kan begrijpen).

Vervolg studie Levinas (vervolg op blog van 12-13 december):

Als de Ander het centrum van mijn ego wordt (het Ik in dienst vande belangen van anderen), dan leidt dit niet tot vervreemding. De substitutie van het Ik door de Ander is een geïnspireerd zijn, een vol-van-de-Ander zijn. Het is zelfs een bevrijding: ik kom los van mezelf, ik reik verder dan mijn eindige behoeften, mijn eindig leven krijgt een oneindige zin doordat ik verder leef in wat ik voor Anderen heb gedaan. De substitutie is dus geenszins een onderwerping aan de Ander, maar een openstelling voor het andere waardoor ik mezelf overtref. Hier stelt Levinas zich tegenover Hegel die het ik definieerde als wat aan zichzelf gelijk is. Door de substitutie komt wat niet gelijk is aan mij (het Andere per definitie) binnen mijn bewustzijn.

Het zal duidelijk zijn dat de empirische psychologie geen enkel inzicht in kan bieden. De filolosofie biedt het noodzakelijke kader om het menselijke van de mens enigszins te kunnen vatten.

Door de substitutie word ik aansprakelijk verklaard. Mijn bestaan wordt op zijn kop gezet: ik kan niet zomaar met mezelf bezig blijven. Ik ben er niet meer alleen voor mezelf! Ik ben op de wereld gezet niet omwille van mezelf, maar voor wat ik voor de anderen kan betekenen. Dit laatste is wat  bedoeld wordt met menselijke broederschap.

Met het streven naar vrijheid krijgt ons bestaan nog geen zin of betekenis. De ware zin ligt in hoe we die vrijheid gebruiken, namelijk om aan de menselijke roeping tot broederschap te beantwoorden.

zaterdag 15 december 2018

Vandaag twee teksten op mijn website gezet en via twitter verspreid: Een staatsgreep in Frankrijk en Un coup militaire en France

----------

De objecten hebben eigenschappen. De mens heeft ook eigenschappen. Zijn moraliteit is echter niet zomaar een eigenschap: „Waarom ben ik mijn broeders hoeder?”, vraagt Levinas zich af. Iemand anders gaat mij aan: dat is een moreel appel dat van buiten mij komt, dus niet als een eigenschap van mij. Ik ben door het beroep dat op mij wordt gedaan, - om mijn broeders hoeder te zijn -, als het ware gegijzeld. Dank zij dit gijzelaatschap kan er in de wereld medelijden zijn, medegevoel, vergeving en nabijheid (ik ben mijn broeder nabij).

We zien helaas dat er in de wereld weinig vergeving is, wellicht nu minder dan voorheen, terwijl vergeving de hoogste vorm van beschaving, van menselijkheid is. Is het huidig tekort een gevolg van de ontkerkelijking? Waarom is er zo weinig vergeving in de islamitische cultuur?

Wie goed nadenkt en eerlijk is tegenover zichzelf voelt deze gijzeling,  dit voortdurend beschuldigd worden: heb ik wel genoeg gedaan voor mijn naaste? Gedraag ik mij verantwoordelijk genoeg voor de naasten die nog geboren moeten worden?

Zondag 16 december 2018

De verzoening treedt op als ik mijn identiteit verenig met het anders-zijn, dit wil zeggen: als mijn ik zijn verantwoordelijkheid voor de Ander op zich neemt. Het „Ik” wordt hier een „zich” dat de verantwoordelijkheid die niet mijn initiatief is, op mij neemt; dit is niets anders dan ’goedheid’ waarover Levinas zegt: Goedheid, gehouden tot loslaten van have en goed, loslaten van het ’ieder van zich’ en van het ’ieder voor zich’ tot aan de substitutie waar de Ander mij wordt. Kortom, in de opoffering, in het leven in dienst van de Ander geven we aan ons leven de ware zin. Waarheid komt in de wereld via ons ethisch gedrag. De waarheid is niet zozeer een kwestie van het kennen, maar van solidariteit. De Ander voor zijn fouten kunnen vergeven is de ultieme vorm van solidariteit. Levinas gaat nog een stap verder: vergeving tot de schuld van de Ander op mij nemen.

Deze betekenis van solidariteit is ook het fundament van de zorg voor mensen die behoeftig zijn, die beperkingen hebben. De kwaliteit van die zorg bepaalt de mate waarom de samenleving beschaving heeft bereikt.

Bovenstaande aanname dat solidariteit de kernwaarde is van menselijk leven, de ware zingever, wordt ook bevestigd door de wijze waarop we tot zelfkennis komen: zelfkennis is een vorm van dialoog met zichzelf, maar die dialoog zou niet mogelijk zijn zonder communicatie en precies de taal leren we in de omgang met anderen; taalverwerving en mogelijkheid tot communicatie zijn het resultaat van de solidariteit van anderen die tot ons spreken. Ik ken mezelf dank zij de anderen. Communicatie zou onmogelijk zijn indien ze zou beginnen in het Ik: ook hier is de Ander mijn echte ik, als bron en promotor van mijn ik-wording. De verhouding tot het niet-ik (de Ander) gaat vóór enige verhouding van het ik met zichzelf. 

De ene mens is dus niet een wolf voor de ander of zoals Sartre zei: ’De hel, dat zijn de anderen’. Dit zou een ontkennen zijn van de zingevende rol die de anderen spelen. Maar als dit wordt ontkend of verdrongen, dan is de weg vrij voor geweld, oorlog en overheersing. Zien we de anderen als een gevaar en als een beperking, of zien we de ander als diegene waarvoor ik verantwoordelijk ben? Ik ben voor hem verantwoordelijk, net zoals de Ander zijn verantwoordelijkheid voor mij heeft opgenomen (Ik ben er, dank zij de anderen; ik ken mezelf dank zij de anderen).

De conclusie is dat ethiek voorafgaat aan de kennis, aan de wetenschap, aan de filosofie, aan de ideologie. Hier ligt dan ook de ware en overvangbare rol van de religie. De westerse mens is op een dwaalspoor terecht gekomen door religie te verwarren met de Kerk. Religie zien we hier als het openstaan voor het appel om voor de Ander onze verantwoordelijkheid op te nemen. Een appel dat niet van de mensen komt, maar van buiten het Zijn.

Als de ethiek voorafgaat aan al het andere, dan moeten we politiek, economie en opvoeding vanuit dat principe herdefiniëren. Dat heb ik in andere teksten al ruimschoots behandeld. Misschien nog een woord over de ethische grondslag van de opvoeding: de zorg voor het totaal afhankelijke kind is de meest zingevende taak die een mens op zich kan nemen. Toch maar een herstel van het moederschap? Toch maar de voorwaarden creëren voor vrouwen zodat zij er altijd zijn voor hun kinderen? Er is een compromis mogelijk (ook al eerder beschreven): een werkweek van 18 uur, zodat de man en de vrouw de taken thuis kunnen verdelen, en een studiebeurs voor ouders die na jarenlange zorg voor de kinderen, een herscholings- of bijscholingsopleiding kunnen volgen zodat ze opnieuw volwaardig aan de slag kunnen op de arbeidsmarkt.

maandag 17 december 2018

Levinas zegt: „ De verhouding tot het niet-ik gaat vóór enige verhouding van het ik met zichzelf”. Dit wil zeggen dat ik de Ander (het niet-ik) niet zie als een bedreiging of als een beperking van mijn vrijheid. Als dat wel zo is, dan leidt dit onvermijdelijk tot oorlog en overheersing. Levinas voegt hieraan tot dat het zien van anderen als een bedreiging of beperking ook aan de grondslag ligt van het vestigen van inlichtingendiensten.

Beschaving is anderen niet zien als een bedreiging of een beperking. Maar let op: dat geldt voor mezelf. Als mijn naasten worden bedreigd of beperkt in hun vrijheid door derden, dan moet ik die derden terechtwijzen. Naast goedheid en solidariteit moet er ook rechtspraak zijn. In deze tijd is een van de grootste bedreigingen voor onze medemensen in Europa de groeiende invloed van de islam, een ideologie die niet te verenigen is met onze beschaving. Joden, Chinezen en Indiërs passen zich aan onze normen en waarden aan en weten daarbinnen toch hun eigen cultuur te behouden. Moslims echter eisen de ruimte op en voeren hun eigen normen en waarden in, die indruisen tegen de onze.

De oplossing die ik al jaren voorstel, is dat de moslims de nodige steun moeten krijgen om in de islamitische landen vrede, welzijn en welvaart voor allen te realiseren, maar dat dit slechts mogelijk is als alle moslims terugkeren naar de landen van herkomst. Ik denk dat, gezien de komende ontwikkelingen en uitdagingen van deze eeuw, deze oplossing onvermijdelijk zal zijn. Het kan wel op een ethisch verantwoorde manier, maar dat zal sterk leiderschap vereisen.

——

We stellen ons steeds de vraag of iets wel objectief is, of iets waar is. Maar er is iets dat voorafgaat aan de objectieve waarheid net zoals ik eerst moet bestaan alvorens te kunnen nadenken. „Ik denk, dus ik ben” is daarom niet het volledige verhaal. Ik moet er eerst zijn. Hetzelfde geldt voor mijn verantwoordelijkheid: ik ben geroepen om mij verantwoordelijk te gedragen, alvorens ik erover kan nadenken of het objectief kan vaststellen. Politiek en gedrag in het algemeen berust daarom niet op objectieve waarheid, maar op de eis ons verantwoordelijk te gedragen.

Ethiek gaat vooraf aan de theorie.

Vanuit dit principe wordt het Ik ontdaan van zijn imperialisme. Kennis is macht, maar ethiek is verantwoordelijkheid. In plaats van meesterschap moet het gaan om dienstbaarheid. In plaats van hebzucht gaat het om opoffering. Ik denk dat de 21ste eeuw ons zal dwingen ons op die manier verantwoordelijk het gedragen. Het gaat om de keuze tussen het Zijn ( „Zijn is oorlog” zegt Levinas) en het anders-dan-zijn, namelijk gehoor geven aan het appel zorg te dragen voor de Ander en voor het Andere, dit is voor de Schepping in het algemeen.

Doordat dat appel om goed te zijn voorafgaat aan alle zijn (aan al wat is), is er een oorspronkelijke goedheid in de Schepping. Dit moet ons geruststellen, maar het is aan de mens om dit in de Schepping te realiseren.

Het bovenstaande kan de nieuwe politiek en de nieuwe economie voor de eeuw van de spiritualiteit funderen.

woensdag 19 december 2018

De keuze tussen het Zijn en het anders-dan-zijn: voor de rationele westerse mens is dit geen keuze. Zijn enige realiteit is dat wat zichtbaar is, wat hij op rationele wijze kan verklaren. Dit is niet zo verstandig, maar hoe breng je de rationalist tot een breder inzicht? Het is niet zo verstandig omdat het Zijn niet de enige ’werkelijkheid’ kan zijn. Het Zijn dat is de ons omringende wereld en het universum dat steeds verder uitdeint. Maar wat is de oorzaak van dat Zijn en heeft het Zijn een bedoeling? De oorzaak en de bedoeling kunnen slechts komen van wat buiten-het-Zijn ligt.

We zouden kunnen stellen dat alle religies, de ideologieën en sommige filosofieën pogingen zijn om dat wat buiten-het-Zijn ligt, te leren kennen. Kennen is niet het juist woord, want wat buiten-het-Zijn ligt, is niet te vatten met onze Rede. We kunnen veel betwijfelen van wat bijvoorbeeld de religies hierover zeggen, maar het wezenlijke is wellicht dat het buiten-het-Zijn (wat in de religies God wordt genoemd) op ons een appel doet om het Zijn verder te vervolmaken of op z’n minst het met respect te behouden en te bejegenen. Dat vereist verantwoordelijk gedrag ten aanzien van alles wat het Zijn bevat. Verantwoordelijk gedrag ten aanzien van de naasten is uiteraard gewoonweg de Liefde. Verantwoordelijk gedrag een aanzien van de Schepping is liefde voor de natuur, respect voor al wat leeft, natuurbehoud.

Hierboven stelde ik dat het niet zo verstandig is zich te beperken tot wat we met onze rede kunnen bevatten. Verstandig is om ’open’ te staan voor het buiten-het-Zijn. Dan horen we het appel en hebben we een sterk houvast om dit appel waar te maken tijdens ons leven, hier in het Zijn. Hier ligt de sleutel om mensen te motiveren voor ethisch verantwoord gedrag, wat gezien de uitdagingen van deze eeuw hoogstnoodzakelijk is. Om dat appel dat komt van aan-gene-zijde van de zichtbare en kenbare werkelijkheid is stilte nodig. Complete stilte zodat we dat appel, de stem van de Oneindige of van de Allerhoogste, kunnen horen. Voor velen is dit een stap te ver. Niet zo verstandig.

In deze drie alinea’s staat eigenlijk wat de ware zin is van een mensenleven en toch zullen velen dit onzin vinden. Vreemd.

donderdag 20 december 2018

Onze zorg voor de Ander (naastenliefde, onbaatzuchtig en onvoorwaardelijk in dienst staan van de anderen) is niet rationeel te verklaren of te funderen. In de woorden van Levinas: „de een-voor-de-Ander berust niet op het Zijn… door de substitutie van de een voor de ander storten de grondslagen van het zijn in of zij worden juist steviger… maar in geen enkele hoedanigheid maken ze deel uit van de daadwerkelijkheid van het zijn”. We kunnen hieruit concluderen dat religies en ideologieën met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd moeten worden. Het is namelijk voor een gedeelte mensenwerk, dit wil zeggen dat we een houvast zoeken in het zijn of zoeken naar interpretaties op rationele gronden (dus vanuit het Zijn). De religie of de ideologie kan ons daarom afleiden van de ware betekenis van het appel dat komt van aan-gene-zijde van het Zijn. Het gaat niet zozeer om geboden en verboden te respecteren,  maar om het opnemen van onze verantwoordelijkheid. Magisch denken is de gevaarlijkste valkuil voor een religie. Dit is een pleidooi voor een persoonlijk beleefd geloof, want het is het Ik dat zijn verantwoordelijkheid moet opnemen en dat Ik kan zijn verantwoordeljkheid niet op anderen afschuiven.

Als je in de stilte goed luistert naar het appel dat komt van aan-gene-zijde van het Zijn, dan wordt duidelijk dat er-zijn-voor-de-Ander geen kwestie is van persoonlijk engagement, alsof de zorg voor de Ander een persoonlijke keuze zou zijn die ik maak op grond van persoonlijke afwegingen. Is dit het geval dan is mijn zorg voor de Ander rationeel onderbouwd en de zorg kan dan ook egocentrische motieven hebben. Het appel is echter een aangewezen zijn. Ik moet dat appel om mij verantwoordelijkheid op te nemen passief ondergaan. Mijn vrijheid ligt in het al of niet gehoor geven aan dat appel. Levinas drukt dit niet-rationele fundament van het er zijn voor de Ander heel sterk uit: "Ik geef de Ander het brood dat ik uit mijn mond haal”.

Die onvoorwaardelijke en onbaatzuchtige verantwoordelijkheid, die ik niet van mij kan afschuiven, is de menselijkheid van de mens. Hier ligt de weg om in deze eeuw de Apocalyps te voorkomen, om de uitdagingen van de 21ste eeuw in goede banen te leiden. De politiek en de economie worden menselijk door diegenen die de Ander boven hun eigenbelang stellen. Levinas noemt dit ’Broederschap om niet”.

Het tegendeel van de broederschap ligt in het onpersoonlijke gedoe, waar de een onverschillig staat voor de Ander. Dit luidt volgens Levinas de ondergang van de wereld in, omdat in die onverschilligheid het op de persoon gerichte appel om zich verantwoordelijk te gedragen verloren gaat.

vrijdag 21 december 2018, aanvang van de winter

Het enige wat in het leven van belang is: Er zijn voor de anderen

"La vraie vie est absente. Nous ne sommes pas au monde (Arthur Rimbaud) / Het ware leven is afwezig. We zijn niet van deze wereld.

Wat is dat ’een ziel hebben’? Voor veel mensen een verouderd begrip en voor empirici iets onbestaand, een illusie. De mens werd ooit gekenmerkt als een wezen met een ziel, om hem te onderscheiden van de dieren. Zou het moderne, rationele ontkennen van het bestaan van een ziel de mens soms niet ontmenselijken?

De ziel is de adem van God in de mens. Anders gezegd: de ziel is de inspiratie door het transcendente. Van de kant aan gene zijde van het Zijn komt op mij een appel om mij verantwoordelijk te gedragen. De ziel is de inspiratie door de Ander in mijzelf, waardoor ik er ben voor de Ander. We moeten voor dit appel openstaan, want anders ontmenselijken wij onszelf. 

Een atheïst zou de zin ’De ziel is de adem van God’ kunnen vertalen als: ’De geest van de mens wordt geïnspireerd door wat buiten hem ligt’. Nog anders uitgedrukt: de normen en waarden, onze ethiek, hebben we niet zelf uitgevonden en het is ook niet het resultaat van een stemming bij meerderheid. De ethiek komt van ’elders’: aan elke mens om dat elders te zoeken. De wijsheid van duizenden jaren her kan hem hierbij helpen. Elke beschaving, - een woord dat alleen voor een mensengemeenschap geldt -, heeft haar eigen wijsheid. Deze wijsheid maakt de mens menselijk, dit is vatbaar voor wat méér is dan zijn biologische driften. De ethiek maakt vrij.

Het begrip ziel krijgt betekenis binnen de filosofie van Levinas. Deze filosofie gaat over de betekenis van het subject in zijn verantwoordelijkheid voor de anderen, over de oproep om er te zijn voor de anderen. De ziel is daarom de betekenisvolheid van het Ik. Het begrip ziel, als ’geïnspireerd' zijn door de Oneindige die buiten het Zijn is, geeft goed aan dat de mens niet zelf bepaalt wat de zin van zijn leven is. De zin wordt ons medegedeeld in de oproep tot verantwoordelijkheid. Een oproep die we passief ondergaan of: de ziel was er al, vooraleer we bewustzijn hadden. Dank zij de ziel heeft de mens oneindige zin.

Is er een mogelijkheid van totale vrede? een situatie waar niemand een ander geweld aan doet? een wereld waarin wie heeft, altijd geeft aan diegene die tekort komt? Is een Aards Paradijs mogelijk?

Het antwoord ligt in de bewustwording van de roeping van elke mens, een roeping die de mens menselijk maakt. Menselijk dat is bekommerd zijn voor alle anderen, dat is zijn verantwoordelijkheid opnemen. Dat is vooral het Ik inzetten voor de belangen van alle anderen, ook de mensen ver weg en de toekomstige generaties.

Het vreemde is dat de meeste mensen bereid zijn te geven en te delen en het ook daadwerkelijk doen, terwijl een minderheid het verpest voor anderen. Voor die minderheid zijn we echter ook verantwoordelijk. Hoe deze groep inspireren voor het Goede?

Als in landen die in oorlog zijn, als mensen die behoren tot groepen waar veel agressie uit voortkomt, als daar wordt ervaren dat de rest van de wereld om hen geeft en alles doet om hun leven menselijk te maken, is er dan nog een reden om agressief te zijn? Ook de religie biedt dan geen argument meer om anderen aan te vallen, want geven en zijn verantwoordelijkheid opnemen dat is religie.

Maar hoe de politiek hiertoe bewegen? Hoe kunnen diegenen waarmee de mensen zich identificeren het goede voorbeeld geven? In tegenstelling tot de graaiers, al die leidinggevenden die zich goed laten betalen en diegenen die hun volk bestelen en uitbuiten (zie mijn ’Brief aan de moslims’)

Het is vreemd en voor wie goed nadenkt onbegrijpelijk dat de mens te weinig beseft wat waarlijk zin geeft aan zijn bestaan. Door die zin na te streven, bevrijdt hij zich namelijk uit de gevangenschap van het Ik (het gebonden zijn aan het eigenbelang en aan zijn biologische driften(*), zodat de mens in zijn eigen cirkeltje blijft rondhangen) en ontkomt hij ook aan het Niets, waar alles zinloos is. Waarom kiezen mensen voor een zinloos leven, als het zo duidelijk is waar onze roeping ligt? Is de mens betoverd?

Levinas heeft het terecht over ’de heerlijkheid’ van de Oneindige, die voor de mens heerlijkheid wordt in de verantwoordelijkheid. Levinas zegt hierover: in de verantwoordelijkheid „komt het subject uit de donkere schuilhoeken van het ik-voor-mij”. We kunnen dus ontsnappen uit dit ik-voor-mij, uit ons egocentrisme.

(*) bevrijding van onze biologische driften wil niet zeggen dat we ze onderdrukken, maar dat we onze driften inzetten voor de ethische relatie met een Ander.

Een tweet van vandaagNaar aanleiding van het afslachten van twee jonge vrouwen in Marokko: doen de imams voldoende om de moslims ervan te overtuigen dat de haat tegenover de Ander nooit de wens van Allah kan zijn?

zaterdag 22 december 2018 

We kunnen, samen met Levinas, niet genoeg benadrukken dat verantwoordelijkheid, naastenliefde, zorgzaamheid of gerechtigheid geen vrije beslissing of een vrij voornemen is van de mens. Het gaat om een opdracht die er altijd al was, die nooit een begin heeft gehad. We zouden kunnen zeggen dat die opdracht samenvalt met God.

Levinas zegt: „De zorg om gerechtigheid is de geest van de maatschappij”. Dit kan anders worden verwoord als ’de verantwoordelijkheid is de ziel van de samen-leving’. De ziel is de ware betekenis van het ’samen’: geïnspireerd om voor elkaar te zorgen, om voor elkaar verantwoordelijkheid op te nemen, met als grondvoorwaarde dat ik meer verantwoordelijk ben dan de anderen. Levinas: „Er is een overmaat van mijn verplichtingen boven mijn rechten. Jezelf vergeten houdt de gerechtigheid gaande”. Levinas citeert in dit verband graag Dostojevski: „Ieder van ons is ten overstaan van iedereen schuldig voor allen en ik meer dan de anderen”.

Het bovenstaande zou het basisprincipe moeten zijn van alle ’menselijk’ handelen. Dit is ook het absolute criterium om de menselijkheid te bepalen van de politiek, de economie en de opvoeding. Wat dit laatste betreft heb ik al dikwijls als doel van de opvoeding gedefinieerd dat het kind een goed mens wordt. Het lijkt een open deur intrappen, maar de opvoeder die dit serieus neemt moet dan wel het goede voorbeeld geven om het kind ervoor te inspireren. Zouden politici, de bedrijfleiders en de kapitaalkrachtigen hun medemensen ook niet moeten inspireren voor medemenselijkheid? Zijn niet alle volwassenen verantwoordelijk voor de opvoeding van kinderen tot goede mensen?

zondag 23 december 2018 (update 24 december)

Waarom legt de president de eed af met de hand op de bijbel?

Ik moet mezelf niet zien als oorsprong van mijzelf, wat zou betekenen dat ik in vrijheid mag beslissen over goed en kwaad of dat ik zomaar alles kan doen, onverschillig ten aanzien van de anderen. Ik moet mezelf niet zien als burger, als lid van een systeem, een clan of een groep, met rechten en plichten die samenhangen met dat lidmaatschap. Als Ik heb ik meer plichten dan rechten in mijn relatie tot de Ander. Ik moet mijn verantwoordelijkheid opnemen zonder wederdienst te verlangen. Volgens Levinas wordt er alleen recht gedaan als „ het Ik steeds weer ontheemd en onttroond wordt uit het zijn, altijd in relatie tot de Ander zonder mogelijke wederdienst”. Dit ontheemd en onttroond zijn betekent dat ik afzie van mijn rechten die verbonden zijn met mijn plaats in de wereld, om ten dienste te staan van het Andere (de naasten en de natuur die mij is gegeven).

Essentieel is dat er pas van recht sprake is, als ik mij opoffer voor de rechten van anderen. Ik ben echter ook een Ander voor die anderen. Er is daarom ook hoop voor mij.

Zorgt de Staat er niet voor dat ik voor de anderen ook een Ander ben? Dit is de betekenis van de eed die staatslieden en politici afleggen bij hun aanstelling. Zij leggen hun hand op de bijbel. In de rechtbank hangt of hing een kruisbeeld, Dit moeten we daarom niet zien als een verwijzing naar het christelijk geloof. Die bijbel en dat kruisbeeld zijn een aanduiding dat achter de wetten die door de mensen bij meerderheid van stemmen worden vastgelegd, er normen en waarden zijn die  noch door mensen zijn verzonnen, noch bij meerderheid van stemmen zijn gekozen. Waar die normen en waarden vandaan komen is een raadsel, dat elk voor zich moet proberen te beantwoorden. Voor religieuze mensen is God zoals die spreekt in de Heilige Schriften, de bron van die normen en waarden. Anderen zien de normen en waarden als natuurwetten, maar in dit geval is de natuur een soort God, zoals Spinoza dacht. De meeste mensen denken er gewoon niet over na. Daarom is het goed dat er nog een bijbel en zo mogelijk ook een kruisbeeld is, al is het maar om eraan te herinneren dat er een wijsheid is die niet zoals een menselijke wet relatief is.

Als de normen en waarden van ’elders’ komen, dit is van buiten het Zijn, wie is dan de mens om die normen en waarden te overtreden! Met andere woorden: die normen en waarden zijn dwingend zonder dwang.

Een kruisbeeld in rechtbank, de eed op de bijbel door een staatshoofd betekenen dat de rechter en het staatshoofd niet zelf beslissen over wat goed en wat kwaad is, maar dat zij zich laten leiden door normen en waarden die boven de mensen staan.

De ontkerkelijking moeten we niet zozeer begrijpen als het verlaten van de kerkgemeenschap, maar als het ontkennen van een hogere instantie. Als dit waar is, dan leidt ontkerkelijking uiteindelijk tot een relativering, en dus verzwakking van de normen en waarden. Is dat misschien de oorzaak van de zwakte van Europa?

Moeten we misschien stellen dat diegenen die 'de blanke man' of ’Europa' beschuldigen van racisme, discriminatie en van de vroegere slavernij en van de kolonisatie, juist diegenen zijn die de enorme ethische bijdrage van de westerse beschaving aan de wereld op de vuilnisbelt van de geschiedenis gooien, met als gevolg dat de wereld steeds onbeschaafder aan het worden is.

Onderstaande tekst kan een en ander verduidelijken:

Blank, nationalistisch en beschaafd

De wereld verwacht van de VS dat zij ingrijpt als ergens in de wereld een oorlog woedt of burgers worden geterroriseerd door rebellerende groepen. Die verwachting is trouwens hypocriet. Als de VS ingrijpt, krijgt zij het verwijt imperialistisch te zijn. Van Europa verwacht de wereld dit ook. Deze verwachting is zinloos. Geen enkel Europees land heeft een leger dat iets voorstelt. De leiders van de EU liggen aan het spierverslappend infuus van het politiek correcte denken.

Waarom verwacht de wereld dat het Westen ingrijpt bij oorlog en terreur? Waarom verwacht de wereld dit niet van niet-westerse landen die ook machtig en rijk zijn? Het antwoord is simpel: het Westen is beschaafd, want blank en christelijk. Dit laatste kenmerk is niet altijd helder, maar de christelijke ethiek vormt nog steeds het fundament van ons sociaal gedrag. 

Er zijn te veel andere landen waar geen beschaafde lieden de leiding in handen hebben of het volk ten goede inspireren. Die landen worden geleid door ’wilden’. Dit verschil tussen beschaafd en wild geldt ook voor Israël en de omringende landen. De gewone Palestijnen en de andere Arabieren in het Midden-Oosten weten al te goed dat als er vrede zou zijn met Israël en hun landen zouden samenwerken met de joodse staat, dat dan binnen de kortste keren het hele Midden-Oosten welvarend zou zijn onder politieke regimes die rechtvaardigheid en onderlinge solidariteit bevorderen. Nu wordt beschaving in het Midden-Oosten tegengegaan door leiders die de massa opzwepen en zelfs kleine kinderen opvoeden met haat tegen joden en niet-moslims. Net als Hitler die een heel volk kon begeesteren of in de tang houden en die ook zijn Hitler-jeugd had. Het beschaafde Europa kon helaas ook in de greep komen van wilde of onbeschaafde machthebbers, zoals aangetoond door het nationaal-socialisme en het stalinisme.

De actuele situatie in het Midden-Oosten geeft precies weer wat ons in Europa te wachten staat als de massa-immigratie van niet-westerse allochtonen geen halt wordt toegeroepen. Het politiek-correcte argument hiertegen is dat de immigranten zullen bijdragen aan de economische groei en noodzakelijk zijn om de gevolgen van de vergrijzing tegen te gaan. Net alsof beschaving alleen een kwestie is van geld. Het Britse weekblad The Economist, waar ik al dertig jaar op geabonneerd ben, is een warm pleitbezorger van massa-immigratie omwille van economische argumenten. Toch ontbreekt het de redactie aan een breder inzicht in wat beschaving is. Hieronder wordt een breder inzicht verduidelijkt.

Voor de goede orde: ik heb het niet over onbeschaafde en wilde volkeren. Het gaat om onbeschaafde en wilde politieke en economische leiders. Blank is synoniem met beschaafd omdat Europa, dat tot voor kort al duizenden jaren puur blank was, een beschaving heeft opgebouwd dank zij grote denkers die andere hedendaagse beschavingen jammer genoeg gemist hebben. Pascal, Descartes, Spinoza, Kant, Hegel, Kierkegaard. Heidegger en Levinas: hun filosofieën hebben het  denken van de gewone man beïnvloed via het onderwijs en de preken in de kerken. De ethiek van Spinoza werd vanaf de 18de eeuw in Nederland via de kansel onder het volk verspreid. Daarom verwachten we van onze leiders dat zij conform deze normen en waarden beleid voeren. Het gaat om een ethiek waar meerdere niet-westerse landen nog bijlange niet rijp voor zijn.

Met blank wordt hier geen genetisch kenmerk bedoeld, dat zou racisme zijn van de ergste soort. Blank verwijst hier naar Europees of Westers met als kenmerk een gemeenschappelijk gedeelde geschiedenis en cultuur opgebouwd door grote denkers. Er zijn andere beschavingen die minstens vijfhonderd jaar nodig zullen hebben om een gelijkaardig beschavingsniveau te bereiken. We moeten er alles aan doen om onze beschaving te beschermen. Massa-immigratie is het ergste wat Europa is overkomen. Van de VS valt niet meer te verwachten dat zij de westerse beschaving zullen redden, want geld is daar de allesoverheersende factor. Bescherming zal alleen mogelijk zijn als elk Europees land zich zeer nationalistisch gedraagt en met de grootste kracht opkomt voor de eigen waarden en normen. In het andere geval zou Europa verzaken aan haar roeping. Alleen een blank, beschaafd en nationalistisch Europa kan haar taak aan. Europa moet opnieuw blank worden. Europa moet een confederatie worden van staten die allen opkomen voor hun nationale identiteit. Europa moet een beschaafd continent zijn, waar de joods-christelijke ethiek de grondslag van vormt.

Het paradoxale van mijn voorstel is dat dit nieuwe of herstelde Europa een wereldmacht zal zijn die racisme, discriminatie en uitbuiting in de rest van de wereld zal helpen te bestrijden. In mijn boeken en in de teksten op deze website wordt duidelijk dat racisme en discriminatie mij volkomen vreemd zijn en dat mijn pleidooi voor een sterk, blank Europa juist bedoeld is om de kracht te hebben om solidair te zijn met andere volkeren, rassen en etnische groepen. Want mijn grondstelling is dat in alle volkeren, rassen en etnische groepen de talenten en de intelligentie gelijk verdeeld zijn en dat de meerderheid van de mensen niets liever wil dan in vrede en rechtvaardigheid te leven. Maar om dat mogelijk te maken moet elk volk, elk ras en elke etnische groep in eigen huis de verantwoordelijkheid opnemen. Een sterke Europese confederatie kan hierbij solidair optreden.

Toch nog een waarschuwing: als mijn adviezen niet worden gevolgd, zal de 21ste eeuw een herhaling worden van de vreselijke ellende van de 20ste eeuw. Voorlopig lijken mijn voorstellen utopisch of volstrekt irrealistisch. Maar zeker is dat komende gebeurtenissen de mensen zullen dwingen tot inkeer te komen. Een eerste kleine stap in de goede richting zou kunnen zijn dat voor- en tegenstanders van deze visie met elkaar de dialoog aangaan.


maandag 24 december 2018

Staatsmanschap als politiek en vrijgevigheid als economie

Waar komt het consumentisme vandaag? Wat is de oorzaak van ons onverantwoordelijk gedrag tegenover het milieu? Waarom begaan we fouten in ons gedrag tegenover anderen? Waarom scheiden zoveel echtparen? Dit is voornamelijk een gevolg van het verdringen van de zinvraag. Hierdoor sluiten we ons af van een Hogere Instantie, datgene wat ons oproept ons te houden aan normen en waarden die de mens menselijk maken. De Staat, de psychologie, de medische wetenschap en de gehele empiristische beweging onderdrukken met geweld elke verwijzing naar de transcendente oorsprong van onze normen en waarden.

Dat de mens door zijn materialisme, consumentisme en onverantwoordelijk gedrag zijn vrijheid verliest, komt niet tot zijn bewustzijn. Integendeel hij meent zijn vrijheid ten volle te genieten in zijn materialisme en consumentisme, terwijl zijn gedrag onverantwoordelijk is omdat hij geen hogere normen en waarden erkent, ze relativeert of simpelweg er niet over nadenkt.

De oplossing hiervan ligt in de dialoog van mens tot mens, face to face, zodat zichtbaar wordt dat het niet de boodschap is die het belangrijkste is, maar de nabijheid van de boodschapper die zich richt tot de Ander, omwille van de Ander. Als de ene mens om de ander geeft, komt de ware betekenis van een mensenleven naar voren en wordt het materialisme en consumentisme een onbelangrijke bijkomstigheid.

De strijd om het zijn gaat altijd samen met geweld tegenover de Ander en het Andere. Dat geweld wordt geïnstitutionaliseerd door de politiek en de economie. Dat geweld kan slechts worden voorkomen door de strijd om het zijn op te heffen en om te keren in een strijd om het zijn voor de Ander en het Andere. Levinas: „ Wij dienen voor de mens een andere verwantschap te vinden dan die waarmee hij aan het zijn verwant blijft”.

Hoe breken met het wezen van het zijn? Hoe opnieuw de stem van God horen? Wanneer worden politiek en economie geïnspireerd door het ’geven om de Ander’? Het eerste wordt dan staatsmanschap. Economie wordt dan vrijgevigheid.

woensdag Tweede Kerstdag 2018

Twee citaten geven de twee richtingen aan waarin de mensheid zich deze eeuw kan ontwikkelen. De eerste is van Voltaire en de tweede van Levinas:

„Men kent de menselijke geest niet goed als wordt vergeten dat ten gevolge van fanatisme het volk tot alles in staat is

„Jezelf vergeten houdt gerechtigheid gaande”.

Ik verwijt de Europese regeringsleiders dat door een onverstandig beleid we op weg zijn naar de verschrikkingen van het fanatisme.

In 2019 wil ik een nieuwe poging wagen om een strategie te omschrijven die gerechtigheid kan brengen. Dat zal niets nieuws zijn, want wat hier op mijn website en in mijn boeken staat maakt de strategie voldoende duidelijk. Ik vind echter tot nog toe geen manier om voldoende maatschappelijke aandacht hiervoor te krijgen.

donderdag 27 december 2018

Geen voorspoedig 2019

images

Hoe graag ik het ook zou willen doen, ik kan jullie geen voorspoedig 2019 toewensen. Dit zou tegen de goede zeden zijn, want velen zullen er gewoonweg op achteruitgaan. Ik steun me hierbij op harde feiten(*). Voor sociale voorzieningen, zoals uitkeringen en pensioenen, komt er steeds minder geld beschikbaar. In een van de rijkste landen van Europa, Nederland, zijn de gepensioneerden de afgelopen tien jaar er 10 tot 20 procent in koopkracht op achteruitgegaan. De jeugdzorg, de zieken- en ouderenzorg worden onbetaalbaar. Straks komt de onderklasse en de middenklasse aan de beurt. Nederland kan het potverteren nog een tijdje laten doorgaan, de aardgasbaten zijn nog niet helemaal verpatst. Maar in Frankrijk en België is de situatie al hopeloos. De Belgische Staat heeft een lege pensioenpot en Frankrijk heeft een staatsschuld van 2400 miljard euro. De Gele Hesjes zijn voornamelijk mensen van de middenklasse die het steeds moeilijker krijgen.

Een van de belangrijkste oorzaken van deze steeds erger en steeds gevaarlijker wordende situatie is de massa-immigratie uit niet-westerse landen. De werkloosheid is onder deze immigranten zeer hoog, met als gevolg dat 100.000 asielzoekers de staat de komende decennia 70 miljard euro zullen kosten. Bij elke niet-westerse immigrant die erbij komt, moet 120.000 euro bijgeteld worden. Dat geld is nodig voor opvang, huisvesting, bijstand, ziektekosten, toeslagen en later ook de pensioenen waarvoor ze niks hebben bijgedragen. Deze situatie loopt dus geheid uit de hand.

De verhouding tussen het aantal niet-westerse immigranten die met een uitkering moeten rondkomen, tegenover werkloze autochtonen is nu al extreem hoog. Het absoluut aantal uitkeringsgerechtigde niet-westerlingen is in Nederland al hoger dan het aantal uitkeringsgerechtigde autochtonen. In Nederland zijn er ruim twee miljoen niet-westerlingen en ruim 13 miljoen autochtonen. De autochtonen financieren dus een werkloze allochtone onderklasse.

We naderen de grens waarop er een geweldsexplosie zal komen. De onderklasse en de middenklasse zullen hun achteruitgang niet langer pikken. In Frankrijk zien we met de Gele Hesjes de eerste voortekenen van dat geweld.

Er is natuurlijk een oplossing. Het geweld zou voorkomen kunnen worden. Alle vluchtelingenverdragen moeten meteen worden opgezegd. Slechts een heel beperkt aantal vluchtelingen wordt binnengelaten, bijvoorbeeld alleen christenen uit moslimlanden. Die oplossing komt er echter niet. Ik hoef niet uit te leggen waarom.

We hoeven hier geen ideologische discussie te voeren. De feiten zullen de politici, - of ze nu links of rechts zijn -, gewoon dwingen het beleid radicaal te veranderen. Persoonlijk (**) stem ik voor een partij die opkomt voor de onderklasse. Die mensen uit die klasse hebben het al moeilijk genoeg. Ik wil dus geen strijd voeren tegen ’linkse’ mensen of partijen. Er moet wel een keuze gemaakt worden: zorgen we voor de voorspoed van onze eigen mensen of gaan we door met het huidige immigratiebeleid met de garantie op een geweldsexplosie en een verarming van iedereen?(***)

De politiek van de komende maanden zal bepalen of ik jullie volgend jaar een voorspoedig 2020 kan wensen. Dat zou mooi zijn want in dat jaar word ik tachtig.


(*) het promotieonderzoek van dr. J.H. van de Beek uit 2017

(**) gedurende mijn gehele carrière als orthopedagoog heb ik voornamelijk gezinnen uit de onderklasse geholpen. Ik heb ze meestal zelf thuis bezocht en was een van de weinige hulpverleners die hen niet veroordeelde. Die mensen hebben mijn sympathie.

(***) De eerste keuze zal Europa sterker maken, zodat we dan solidair kunnen zijn met de niet-westerse landen die het moeilijk hebben (zie meer hierover op deze website en in mijn boek Het Europees-Islamitisch Vriendschapsverdrag: De enige weg om de Apocalyps te voorkomen’)

vrijdag 28 december 2018

De mens is makkelijk onderworpen aan propaganda, fake news, conditionering via de media en de reclame en hij laat zich door populisten meeslepen. Het kwaad kan zo zijn gang gaan. De ethiek doorkruist slechts de geschiedenis als we onze geest ervoor openstellen.

Waar komt de ethiek vandaan? Dat is nu juist datgene dat op zoveel onbegrip stuit. De ethiek is niet van deze wereld. „De waarheid is afwezig”. De ethiek moet aan de wereld geopenbaard worden, van ’buiten de wereld”. Staan we er niet voor open, dan regeert het kwaad in het Zijn. We zijn dus voor de geest van de ethiek afhankelijk van de exterioriteit. „Zijn is oorlog” zei Levinas. Hiermee bedoelde hij dat zolang we gehecht blijven aan de materie (het zijnde) en dus niet openstaan voor dat wat van buiten de wereld komt (het aan-gene-zijde-van-het-zijn), er voortdurend strijd is voor het eigenbelang of voor het belang van de eigen groep.

Het goede is niet van deze wereld. Zolang de boodschap van het goede de mensen niet bereikt, blijven ze discipelen van het kwaad. Elke mens heeft daarom een messiaanse opdracht. Aan de ene kant is er de mens die opgesloten zit in zichzelf en alles ziet vanuit het eigenbelang. Aan de andere kant staat de mens die onthecht is van de wereld en opkomt voor het belang van anderen.

Als ik zie hoe bepaalde leiders in Afrikaanse landen op extreme wijze hun eigenbelang en het belang van hun clan dienen, dan is duidelijk dat de boodschap van het goede bij hen niet is doorgedrongen. Vreselijk. Hetzelfde geldt trouwens voor de graaiers in onze maatschappij.

Opgesloten zijn in zichzelf betekent eenzaamheid zonder uitweg, walging, depersonalisatie, veroordeeld zijn tot zichzelf. Deze mens bevindt zich in de nacht.

Openstaan voor de revelatie van het goede betekent zingeving, persoonlijk engagement. Dit is het licht van de dag. Deze mens hoeft het Licht niet te schuwen.

Sommige mensen zien de religie als bron van alle kwaad op de wereld. Het bewijs menen zij te vinden in de godsdienstoorlogen en in het fanatisme. Maar de ware religie reveleert de waarheid die van elders komt en brengt het goede in de wereld. Religie hoeft daarom geen naïef geloof te zijn. Een atheïst die het goede verricht en zich voor anderen engageert, is religieus want hij staat open voor het goede. Een moslim die een terreurdaad pleegt, is niet religieus, maar een moordenaar die het goede veracht.

zaterdag 29 december 2018

In het leven gaat het om een gevecht tussen het Licht en de Duisternis. Het Licht komt niet van onszelf of is niet aanwezig in ons innerlijk. Het Licht komt van buitenaf. Ik kan mij ervoor verbergen of ik kan ervoor openstaan. Het Licht geeft antwoord op de vraag waarom ik er ben en voor wie ik er ben.

Zonder het Licht is het bestaan absurd. Mijn bestaan is een gedoemd zijn om te leven (om te ’zijn’), anoniem, zonder betekenis, zonder richting, in eenzaamheid. Kortom een neutraal bestaan. Met het Licht word ik een persoon, te onderscheiden van alle anderen, met een eigen roeping of verantwoordelijkheid. Met het Licht heb ik een naam, zodat ik aangesproken kan worden op mijn verantwoordelijkheid.

We kunnen er voor kiezen om gewoon ’te zijn’, zonder zinvraag gewoon opgaan in het leven zoals het gaat. We laten ons hierbij dicteren door de wetten van de natuur. Hier wordt het bestaan een strijd van allen tegen allen. Er zijn geen beperkingen en als die er zijn, dan moeten ze worden bestreden. We gedragen ons als roofdieren op zoek naar prooien. Er is geen transcendente waarde om ons bestaan te beoordelen. Het leven gaat gewoon z’n gang als ’une force qui va’. Dat is het leven van de mens die opgeslorpt wordt door de sociale media en alle spiritualiteit verre van zich af houdt.

Het Kwaad kan niet alleen met de Rede worden bestreden. De Rede ontkent het Licht dat van buiten het Zijn komt. Volgens de Rede telt alleen datgene wat berekenbaar is. De vrede wordt hier een berekende vrede. Mijn relatie tot de Ander wordt bepaald door een sociaal contract, met geven en nemen, afhankelijk van de gestelde voorwaarden. Een berekende vrede is een contract tussen mensen die als wolven vechten voor hun bestaan. Hier is geen plaats voor compassie. De motivatie voor deze vrede is egoïsme: het moet voor mij iets opleveren. Deze vrede is gebaseerd op baatzucht.

Deze berekende, rationele vrede is het fundament van de staat. Het is een vrede gebaseerd uit vrees voor de ander en niet omwille van de naastenliefde. Niets is gratis. Zodra er kans is om mijn macht uit te breiden, sla ik toe en grijp ik die kans. We zijn eventueel bereid om omwille van de vrede ons te onderwerpen aan een absolute macht. Dat is de vrede van de totalitaire staat waarbinnen de mensen zich in geborgen weten. De nostalgie van mensen die vroeger in het Oostblok leefden.

Hoe kunnen we de vrede, gebaseerd op de Rede, overstijgen?  Is een ethische vrede mogelijk? Een vrede die niet berust op de baatzucht en het egoïsme.

Noot: de beschouwingen van deze periode zijn grotendeels gebaseerd op: Chalier C, (1987). La persévérance du mal. Paris: Les Éditions du Cerf.

zondag 30 december 2018 (update 31 december)

De vrede wordt niet mogelijk als de politiek zich onttrekt aan de ethiek. Is dit niet het drama van zwart Afrika? Te vaak gaat het bij Afrikaanse leiders puur om de macht en het bezit; alsof het nog ’natuurmensen’ zijn die niet openstaan voor wat het Zijn (de natuur) overstijgt. Als dit juist is, dan kan Afrika alleen worden gered door, wat we zouden kunnen noemen, de Goede Boodschap.

Maar ook in onze landen is de vrede broos.  De vrede staat op het spel als er een gebrek is aan verantwoordelijkheid ten aanzien van diegenen die lijden en in armoede leven. Als de belangen van de een ten koste gaan van de belangen van anderen (zoals we de afgelopen jaar zijn omgegaan met het milieu is even primitief en onethisch als de tirannie in Afrika). Een ethische vrede wordt slechts bereikt als de zorg voor de Ander prioriteit heeft, als de mensen vooral bekommerd zijn om het lot van de medemensen, alvorens voor zichzelf op te komen.

De eeuwige vrede zal niet worden bereikt via diplomatieke weg. Alleen de ethische bewustwording kan tot duurzame vrede leiden. Hiermee wordt bedoeld: zijn bestaan zin geven door prioriteit te geven aan de belangen van de anderen.

Een ander gevaar dat vaak in de politiek opduikt is het kwaad zien als noodzakelijk voor het goede in de toekomst. Dit is een vorm van rationaliseren van het kwaad. Wat moet er dan gebeuren met het lijden in het hier en nu van het individu? We moeten het onderscheid blijven zien tussen goed en kwaad. De rede gaat berekenend om met het kwaad, wat meestal ten koste gaat van het lijden in  het hier en nu. Ook het nihilisme en het relativisme kunnen het onderscheid tussen goed en kwaad verdringen. We kunnen ten aanzien van het kwaad nooit berusten. Het kwaad is nooit te rechtvaardigen, wat de rede ook mag bedenken.

Waar het hier in feite om gaat is dat ethisch gezien we het Zijn moeten overstijgen. Ons bestaan is niet beperkt tot een zijnspoging (conatus essendi), dit is alles in het werk stellen om in leven te blijven en er zo goed mogelijk van te leven. Ons bestaan heeft ook een zin en die zin wordt van buiten het Zijn aan ons voorgesteld. Raken we al of niet geïnspireerd door het Goede? Ethiek heeft dus alles te maken met het openstaan voor het transcendente. Dat zou de rol moeten zijn van de religie. In die zin is de mens slechts menselijk als hij religieus is. Religieus definieer ik hier als openstaan voor het appel van buiten het Zijn; een appel tot goedheid. Dit appel is  niet altijd zichtbaar in de religieuze instituties, vandaar dat elk individu voor zich persoonlijk de vraag  moet beantwoorden of hij als een goed mens handelt. Op die manier kan de mens voorkomen dat hij in naam van zijn religie het kwade op de wereld brengt.

De vraag is hoe we onze zijnspoging kunnen vrijwaren van het kwaad? Zijn we voldoende waakzaam om het goede van het kwade te onderscheiden? Om steeds alert te zijn is sociale omgang noodzakelijk. Het is de Ander die op mij appelleert. Bij alles wat ik doe, moet ik mij de vraag stellen wat het voor anderen betekent. Ik moet zelfs rekening houden met de toekomstige generaties. Hierbij stel ik mij de vraag hoe een bruut, die zijn slachtoffer dat op de grond ligt nog een paar schoppen op het hoofd geeft, tot ethisch inzicht brengen? Liefst voordat hij tot geweld overgaat. Hoe een crimineel weerhouden van recidive? Dat is zowel een kwestie van opvoeding als van een geest die over de samenleving waait; een geest die door het voorbeeld van velen, de mensen inspireert tot het goede en tot compassie. In een samenleving waar de „voorbeeldklasse” zelf model staat voor hebzucht, is die geest niet aanwezig.

De Ander gooit in zekere zin alles in mijn leven overhoop. De Ander wordt een obsessie, want als hij mij aankijkt, kan ik hem niet zomaar negeren. Om hem te kunnen negeren, moet ik hem eerst gezien hebben. Ik moet daarom een keuze maken tussen hem onverschillig blijven of hem een plaats op de wereld gunnen. Dat maakt het onderscheid uit tussen kwaad en goed.

Een concreet voorbeeld kan de beschouwing van deze dag verduidelijken. Als iemand aan het verdrinken is, zijn er altijd mensen die op gevaar van eigen leven bereid zijn om in het water te springen om hem te redden. Hier heeft het leven van de Ander voorrang op het eigen zijn. De redder antwoordt op het appel van de Ander. Hij denkt er niet over na. Het is gewoon een obsessie om de Ander te redden, ook al gooit het zijn eigen leven helemaal overhoop. Alles moet wijken voor de Ander. Als we zo in de wereld met elkaar zouden omgaan, is er eeuwige vrede. Dat is de ware religie (*).

(*) ik ben geneigd om hierbij te zeggen dat voor deze ware religie we geen instituties nodig hebben, ook geen beeld of idee van God, ook geen Heilige Schrift, want alles wat over God is gezegd en alles wat in de Heilige Schriften staat, wordt samengevat in die ene daad om zich in te zetten voor het welzijn van de Ander. Toch wil ik hieraan toevoegen dat de geloofsgemeenschap, de rituelen en de exegese de mensen kunnen helpen het naakte zijn te overstijgen, want sociale omgang is noodzakelijk om alert te blijven. De geloofsgemeenschap biedt ook de geborgenheid die de mensen de kracht kan geven om open te staan voor datgene wat het zijn overstijgt. De geloofsgemeenschap kan diegenen die zich voor anderen opofferen, laten blijken dat ook zij de anderen zijn waar men voor bekommerd is. Binnen de geloofsgemeenschap tenslotte kunnen de mensen elkaar inspireren en de bedienaars kunnen, als het goed is, het goede voorbeeld geven. We zijn hier dus heel ver verwijderd van fanatisme, dogmatisme en alle kwalijke uitwassen van de religies.

Vanavond op twitter en of facebook een bericht geplaatst dat ik, gezien mijn voornemens voor 2019, definitief stop met twitter en Facebook. Daarna beide accounts afgesloten.

De belangrijkste redenen zijn: die berichten lijken mij nutteloos en op facebook is de kans op fake news zeer groot. Ik beperk me dus tot mijn website en of daar iemand belangstelling voor heeft of niet, tja, ik laat het aan het toeval over. Ik word steeds onverschilliger ten aanzien van alles wat bijzaak is (en dat is heel veel) en wil mij beperken tot de essentie. Als iemand contact met mij zoekt, sta ik er natuurlijk voor open.

Sint Silvester 2018

Religie is niets meer en niets minder dan opkomen voor de Ander (al de rest is bijkomstig en vaak overbodig):

De mens is een zeer bijzonder schepsel, in die zin dat hij zijn natuurlijke neigingen kan overstijgen en zelfs omkeren. Natuurlijk is het om zoveel mogelijk eigen ruimte in te palmen, om alle aandacht naar zich toe te trekken en om zich te richten op de eigen interesses en belangen. Dit kunnen we overstijgen door wat in vroeger tijden genoemd werd ’de vreze Gods’; dat is niets anders dan gehoor geven aan de oproep om voor de anderen op te komen, om de baatzucht om te keren in geven, om mijn aandacht te richten op de belangen van de Ander (daarom geschreven met een hoofdletter).

Belangrijke aspecten van dat appel om voor de Anderen op te komen zijn, ten eerste dat het tot mij persoonlijk is gericht en, ten tweede, dat dit appel van buiten het Zijn komt. Vandaar dat gehoor geven aan dat appel, de ’vreze Gods’ wordt genoemd.

Talmoedgeleerden zeggen dat God zich heeft teruggetrokken om voor de mens ruimte te creëren. Om God te ontmoeten moet de mens ook voor Hem ruimte creëren. Dit kan door de liefde voor de naaste, want God doet via de naaste een appel op mij. In elke naaste spreekt God mij toe. Het gelaat van de Ander biedt een opening naar het transcendente. Als we elke mens op die manier zien, dan zou er geen kwaad in de wereld zijn. Is dit ook niet het ultieme argument om de doodstraf af te schaffen (alhoewel ik moet toegeven vaak hierover te twijfelen; wat moeten we met criminelen die de ergste geweldsmisdrijven hebben gepleegd? Is het niet absurd om bij hen ook God te zien die mij toespreekt? Het is niet zo absurd als dit betekent dat we niet alleen voor de mensen die ons sympathiek zijn, zorg moeten dragen. Maar het blijft moeilijk)?

Onthechting, opoffering, geven in plaats van te nemen: daden die het transcendente in de wereld brengen. Spiritualiteit is afhankelijk van het Goede in de mens. De mens wordt menselijk (lees: als schepsel dat de gelijke is van God) als hij zijn eigen zijn vervangt door ’er zijn voor de Ander’, waarbij de Ander het centrum van mijn bewustzijn wordt. Dat is de ware religie of de ware spiritualiteit. Is dit misschien ook de kern van de mystieke ervaring omdat de mens door zijn Ik te substitueren in een Jij (je suis un autre), daarmee God in zijn wezen binnenhaalt?

Nog wat meer uitleg over de relatie van het Ik tot de Ander: een dier heeft geen gelaat. Wat betekent het dat de mens een gelaat heeft: dat wil zeggen dat als ik de Ander aankijk, uit zijn gelaat een oproep komt. Die oproep komt, zoals hierboven al aangegeven, van buiten het Zijn of vanuit het Transcendente (God spreekt mij toe via het gelaat van de Ander). Belangrijk is hierbij op te merken dat de oproep om de Ander lief te hebben, dit wil zeggen om mijn verantwoordelijkheid voor de Ander op mij te nemen, geen keuze is van mijzelf. Het komt van buitenaf. Bovendien komt er nooit geen einde aan die verantwoordelijkheid. Ik kan nooit zeggen: ’Nu ben ik goed genoeg geweest’ of ’Nu houdt mijn verantwoordelijkheid op’. Neen, het appel tot goedheid en verantwoordelijkheid is een oneindige opdracht. Hier is dus de mens de gelijke van de Oneindige.

Een ander aspect van het Oneindige is dat als ik goed ben geweest of als ik mij verantwoordelijk heb gedragen, dit tot in de eeuwigheid blijft doorwerken. In de goedheid worden we onsterfelijk. Is dit de reden waarom in het judaïsme niet wordt gesproken over de hemel? We moeten de hemel namelijk zelf creëren, hier op Aarde!

Levinas wijst erop dat die oneindige verantwoordelijkheid en die oproep mij in de Ander te substitueren een trauma is. Het gaat om een ’crisis’ in mijn wezen, in mijn zijn. Ik verlies ook mijn onschuld, want door te zijn, neem ik een plaats in die anderen niet kunnen innemen. Door de Ander tot mijn centrum te maken, vereffen ik mijn schuld.

Besluitend: het Kwaad in de wereld kan slechts vermeden en bestreden worden door een ethisch reveil. Bij dit reveil worden alle mensen geïnspireerd om gehoor te geven aan het appel om een goed mens te zijn. Dat is het doel van de opvoeding waarbij kinderen worden geïnspireerd om een goed mens te worden. Volwassenen raken geïnspireerd door een politiek en een economie waarbij de zorg voor de Anderen centraal staat. Politici, bedrijfsleiders en al wie een invloedrijke positie inneemt, moeten hier het opvoedende of inspirerende voorbeeld zijn. 

Willen we de criminaliteit en de agressiviteit in de wereld doen afnemen, dan moet de een opkomen voor de Ander. De Ander dat zijn mijn naasten, de mensen ver weg en de toekomstige generaties. Niemand mag het gevoel krijgen dat niemand om hem geeft. Wat een politieke en economische opdracht! Dit betekent een radicale breuk met het huidige beleid.

Ik zou zelfs durven beweren dat als criminelen op menswaardige wijze hun gevangenisstraf kunnen uitzitten, waarbij zij het gevoel krijgen dat de samenleving waarlijk ’om hen geeft’, dat dit kan bijdragen tot een algemene geest van goedheid en verantwoordelijkheid. Criminaliteit zal gevoelig afnemen als, tegen de gangbare opinie in, de criminelen humaan worden behandeld. De meeste mensen zullen hiertegen in opstand komen, maar dat is dom: mijn opvatting leidt tot minder criminaliteit. Wraak lokt wederwraak uit.

Dezelfde argumentatie kunnen we toepassen in onze houding ten aanzien van groepen in de samenleving die door velen worden gehaat.

mijn volledig blog: 



2018   FEBRUARI   MAART   APRIL   MEI   JUNI   JULI   AUGUSTUS   SEPTEMBER  OKTOBER   NOVEMBER   DECEMBER

2019  JANUARI  FEBRUARI  MAART-APRIL  voor vervolg, ziebeschouwingen mei 2019februari 2020april 2020


   © Juliaan Van Acker 2024